Het juiste moment. Soms is dat nu (Loesje)
Tijdens het redactiewerk van het boek ‘Duurzame Welvaart Organiseren’, begin 2020 breekt wereldwijd zowel een gezondheid- als economische crisis uit. Het is het gevolg van de uitbraak van het SARS-CoV-2 virus (verder coronavirus genoemd). De impact van het coronavirus, begin 2020, is enorm. Ziekenhuizen kunnen de toestroom van coronapatiënten nauwelijks aan. Wereldwijd zitten honderden miljoenen mensen vanwege een lockdown gedwongen thuis. In de VS vragen binnen zes weken ruim dertig miljoen mensen een werkloosheidsuitkering aan. Iedereen zal zich 2020 nog jaren en waarschijnlijk het hele leven herinneren. Sinds WOII zijn de Olympische Spelen niet meer afgelast en scholen buiten vakantieperiodes gesloten. Het Eurovisiesongfestival is sinds haar ontstaan in 1956 nog nooit afgelast en dat geldt ook het Europees kampioenschap voetbal. Niet eerder komt het voor dat we elkaar buiten het gezin niet meer kunnen omhelzen of de hand schudden. Niet eerder komt het voor dat restaurants, cafés, kapsalons en de meeste winkels gesloten worden. Onze open samenleving krijgt een beproeving die op wat langere termijn de wereld verder van elkaar kan drijven, maar ook dichter bij elkaar kan brengen. Paradoxaal is dit een tijd van rust en beweging, van stilstand en versnelling, van achteruitgang en vooruitgang. We zitten in de ‘rust’ van weinig kunnen doen en toch in een stormachtige overgang naar een nieuwe realiteit. We zitten in een ondertussen, een vacuüm dat ons ruimte geeft om na te denken over wat er echt toe doet en hoe we daar kunnen komen. Vernieuwen gebeurt in het ondertussen.
Een ‘dom’ stukje genetisch materiaal, omringd met een laagje eiwit en maar één doel: zichzelf voortplanten, legt grote delen van de meest ontwikkelde samenlevingen plat. Het land met de grootste economie, de hoogste uitgaven voor gezondheidszorg, de meeste Nobelprijswinnaars, technologiebedrijven en financiële mogelijkheden wordt het hardste geraakt. Het normale leven komt tot stilstand. Het idee dat we als mens onoverwinnelijk zijn, krijgt een flinke knauw. Op het moment van schrijven van deze longread komt het aantal doden in de VS op een half miljoen. In een jaar tijd zijn dat meer doden dan het aantal van WOI, WOII en de Vietnamoorlog bij elkaar. Er zijn nog geen duidelijke aanwijzingen dat we dit virus (en toekomstige virussen), met al onze kennis en technologieën, snel kunnen uitroeien. Er zijn nog geen eenduidige aanwijzingen dat het ‘normale’ leven van voor de corona pandemie snel weer op gang zal komen. Het virus kent mutaties, verschillende symptomen en herstelbeelden dat we er nog lang niet zijn. Ik heb het helaas van dichtbij en intensief meegemaakt.
Een voor de meeste mensen ongekende nieuwe realiteit openbaart zich. De coronacrisis brengt aan de oppervlakte wat er onderwater, wat er fundamenteel al niet goed zat. Ik ben er nog meer over gaan nadenken en schrijven. Niet zozeer over de korte- maar meer over de lange termijn en structurele gevolgen. Een pandemie, het voorkomen of indammen ervan zie ik als onderdeel van de organisatie van brede een duurzame welvaart. Ik ben geen expert in het voorkomen, beheersen of terugdringen van een pandemie sec, maar wel in het organiseren van vraag en aanbod van data en de inzet van moderne organisatiekunde en disruptieve datatechnologieën die kunnen helpen bij een betere voorbereiding en beheersing van pandemieën (en andere crisis) in de toekomst.
Ik merkte al vrij snel dat de uitdagingen bij een pandemie, naast het gedrag van mensen, vooral liggen op het gebied van bewustwording, ideologie, organiseren, technologie en daarbinnen vooral op de vraag: hoe organiseren we onze sociaaleconomische orde en hoe organiseren we vraag en aanbod van data? Premier Rutte bij het uitbreken van het virus in Nederland:
“In crises als deze moet je met 50 procent van de kennis 100 procent van de besluiten nemen, en de gevolgen daarvan dragen.”
Maar dat kan veel beter dacht ik en dat denk ik nu nog steeds, alleen met nog meer overtuiging. Ik was bezig met het schrijven van een boek over het slimmer organiseren van data voor de organisatie van een duurzame welvaart, maar merkte dat deze inzichten ook gebruikt kunnen worden voor het beter voorkomen en beheersen van een pandemie.
Ik zie ook dat er een levendig debat ontstaat tussen voor- en tegenstanders van bijvoorbeeld lockdown maatregelen zoals de avondklok en het sluiten van de horeca. Het rare, maar misschien ook niet zo raar als je rekening houdt met het Dunning-Krugereffect, is dat de non-experts zo zeker van hun zaak zijn, terwijl epidemiologen en virologen vertellen dat ze nog heel veel niet weten. Het Dunning-Krugereffect treedt op bij incompetente mensen die juist door hun incompetentie het cognitieve vermogen missen om zelf in te zien dat hun keuzes en conclusies soms verkeerd zijn. Meer mensen zouden wat meer respect kunnen tonen voor dit virus. We weten nog veel niet, bijvoorbeeld over de manier van verspreiden, mutaties, resistentie, symptomen, immuunsysteem en herstelperiode. En mocht het virus uiteindelijk toch minder schadelijk zijn dan gedacht, dan hebben we in ieder geval meer kennis en een kennisinfrastructuur opgebouwd voor een volgend virus wat misschien besmettelijker en dodelijker is. Een voordeel van deze crisis kan zijn dat we weerbaarder worden en minder afhankelijk worden van de luxe en vrijheid die we ons, misschien ten onrechte, denken te kunnen veroorloven.
Want na deze pandemie komt er wellicht een volgende crisis die onze luxe en vrijheden meer fundamenteel zal gaan inperken. Ik denk dan bijvoorbeeld aan minder economische groei, klimaatverandering en daarmee gepaard gaande volksverhuizingen. En er is zoveel dat we nog niet weten ook over virussen, dat we ook dit coronavirus met respect moeten behandelen. Professor Michael Osterholm, epidemioloog aan de Universiteit van Minnesota hierover:
“You’ve got to have a lot of humility with these viruses. I know less about viruses than I did 10 years ago.”
Of Jaap Goudsmit, viroloog en bekend onderzoeker op het gebied van aids en griep: “Het kost zeker tien jaar voor je de ins en outs van een virus hebt doorgrond.” De hoogmoed, het onaantastbare en vaak onterecht uitoefenen van vrijheidsrechten waarmee sommige het onbekende benaderen, baart mij misschien wel de meeste zorgen. Een goede mix van nederigheid, respect, alertheid en bezorgdheid lijkt de beste remedie in situaties die we nog niet of onvoldoende kennen. En we moeten niet alleen het coronavirus serieus nemen, maar ook de gevolgen van ‘onze’ manier van leven, van ons menselijk handelen. Het beste wat we kunnen doen is weerbaarder worden en onze manier van leven aanpassen zodat we de kans op een nieuwe pandemie kunnen verkleinen, misschien niet voor ons, maar dan zeker voor onze (klein)kinderen.
Na maanden van lockdowns gaan steeds meer mensen de straat op om te protesteren tegen de genomen maatregelen. Dat is voor sommigen begrijpelijk omdat ze hard geraakt worden. De vrijheid van betoging is een grondrecht, maar net als alle grondrechten geen absoluut recht. Een burgemeester moet bijvoorbeeld een afweging maken tussen het demonstratierecht, de volksgezondheid en veiligheid. Daarbij moeten demonstranten zich wel aan wetten en regels houden, ook al protesteren ze hiertegen. Demonstreren mag, maar het inperken óók. Uiteindelijk beslist een rechter of de belangen goed zijn afgewogen en of er voldoende rekening is gehouden met aspecten als subsidiariteit en proportionaliteit.
Demonstreren is dus een goed recht, maar is het niet effectiever om tegen de oorzaken van een pandemie te protesteren dan tegen de gevolgen? Ik heb nog nooit iemand zien demonstreren voor meer water naar de zee te dragen met lekkende emmertjes. Dat is niet rationeel. Het is beter om de oorzaken van de coronacrisis aan te pakken dan de gevolgen. Als je wel demonstreert tegen de gevolgen van een genomen maatregel, maar niet tegen de oorzaak, wordt demonstreren dan niet een doel op zich?
Als we ons alleen concentreren op de gevolgen, zal dat ertoe leiden dat we ons in een werkelijkheid blijven wanen die niet langer reëel is. We zullen met een nieuw normaal moeten leren omgaan. En dan heb ik het niet zozeer over een anderhalve-meter samenleving. Die zal weer verdwijnen als de tijd er rijp voor is. Ik heb het bijvoorbeeld over een ‘nul-procent-groei economie’, het tegengaan van schulden, ongelijkheid en klimaatverandering. Hoe eerder we daarmee beginnen, hoe makkelijker het voor de volgende generatie wordt om de gevolgen te dragen. We zijn een gulzige generatie, bevuilen ons eigen nest en zijn slechte voorouders voor onze nakomelingen. We denken vooral aan de korte termijn en onze eigen vrijheid in het hier en nu. Het zou beter zijn om naast demonstreren tegen de gevolgen van crises, ook moeite te doen om crises te voorkomen. Een nieuwe ideologie, nieuwe organisatiemodellen en het slimmer organiseren van data helpen daarbij.
Data, en de organisatie daarvan, zijn niet alleen nodig voor een intelligente lockdown, maar ook voor een intelligente exitstrategie. We hebben een betere data-infrastructuur nodig voor bron- en contactonderzoek, om onderzoeksresultaten te delen over hoe het virus zich verspreidt, muteert en wat wel en niet werkt. We zullen wereldwijd beter moeten samenwerken om medicijnen en vaccins te ontwikkelen en zorgcapaciteiten in te zetten. Een slimme kennisinfrastructuur is daarbij een belangrijke voorwaarde, maar alleen niet voldoende. We zullen ook nieuwe organisatiemodellen moeten ontwikkelen en nieuwe welvaartssystemen en ideologieën moeten omarmen om oorzaken weg te nemen.
Een belangrijk onderdeel daarbij is het anders organiseren van onderwijs, onderzoek en werk. Om beter om te gaan met de uitdagingen die voor ons liggen is de belangrijkste verschuiving misschien wel ons perspectief van waaruit we organiseren. We moeten niet langer bedrijven, overheden of landen als uitgangspunt te nemen, maar de mens als kleinste bouwsteen en de wereld als grootste bouwwerk. Daartussen beweegt alles en ‘willekeurige’ verzamelingen zoals bedrijven en landen spelen daar steeds minder een rol in. We hebben bedrijven en overheden rechten gegeven die vaak verder gaan dan mensenrechten. We hebben bedrijven, overheden en politiek machtiger gemaakt dan de schepper hiervan: de mens. Het wordt tijd dat we als mens, als georganiseerde burgerinitiatieven weer meer macht terugnemen en ook rechten gaan toekennen aan de natuur en de volgende generaties die de nadelige gevolgen van ons huidige luxe leven en vrijheden, zullen ervaren.
Begin 2021 is de toekomst nog steeds onzeker. Er zijn wel vaccins en weten iets meer van het virus, maar we weten niet precies hoe het virus zich bijvoorbeeld muteert, daarna weer verspreid en of het zich straks bijvoorbeeld tijdelijk ‘verschuilt’, om zich daarna weer razendsnel via een nieuwe variant, waar nog vaccin of behandeling voor is, te verspreiden. We weten ook nog onvoldoende hoe een economie of samenleving reageert op een niet vrijwillige inperking van onze vrijheden. Wat we wel weten is, dat we deze pandemie beter hadden kunnen voorkomen en beheersen als we anders zouden leven en ons beter voorbereiden. We weten ook dat een volgende pandemie een kwestie van tijd is. In deze longreads probeer ik deze nieuwe realiteit zoveel mogelijk te duiden en in relatie te brengen met de organisatie van een duurzame welvaart met de hulp van moderne organisatiekunde en datatechnologie.
Hierbij ga ik niet zozeer in op de veranderingen, beperkingen en besluiten op de korte termijn. Die zullen er op gericht zijn om de verspreiding van het virus onder controle te brengen zodat onze maatschappij en daarbinnen vooral ons zorgstelsel het aankan. Ik ga meer in op de gevolgen voor onze ‘gebruikelijke’ manier van denken, ‘geloven’, leven en werken, op de wat langere termijn.
Auteur: Paul Bessems
Publicatiedatum: 23-02-2021
Extract van boek: ‘Duurzame Welvaart Organiseren’
Voor alle longreads en podcasts, zie: Weconomics website