(28) It is not the economy stupid

If you really think the environment is less important than the economy,
try holding your breath while you count your money (Guy McPherson)

‘The economy stupid’, is een uitdrukking waarmee Bill Clinton waarschijnlijk de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 1992 wint. Het gaat om de economie sufferd. Maar is dat wel zo? Uiteraard speelt economie een belangrijke rol in onze welvaart, maar dé economie bestaat niet. En toch hoor je tijdens de coronacrisis mensen zeggen: “We moeten de economie redden”. Maar welke economie moeten we dan redden? We staan onvoldoende stil bij het feit dat we een economie hebben die niet alleen tot heel veel verspilling van voedsel, energie en grondstoffen leidt, maar ook van tijd die we onnodig in kantoren doorbrengen of op de weg zitten. We hebben een economie gecreëerd die moét groeien en tot redundantie van werk en welvaart leiden. We consumeren veel meer dan we recht op hebben gezien onze productiviteitsgroei. Dat probleem lossen we op met meer schulden, meer werk en privatisering. Heb je het dan goed gedaan als vakgebied, als econoom, als politicus als bestuurder? Economie betekent het huishoudboekje op orde hebben en dat is niet zo.

Veel mensen hebben het over dé economie alsof dit bepaald is. Je hebt gezonde en ongezonde economieën. Meestal zien we een economie als gezond wanneer het BBP stijgt. Maar is dat wel zo? We hebben een deel van de voedselindustrie die mensen ziek maakt, en een medicijnenindustrie die mensen weer beter maakt. Dat is goed voor de economie, maar beter zou zijn als we beide niet nodig zouden hebben. We gebruiken overdag een bladzuiger om niet te hoeven bewegen, en ’s avonds staan we in de sportschool op een elektrische loopband om te bewegen. Goed voor de economie, maar het kan ook anders.

De vraag is wat een gezonde economie is en of je een ongezonde economie wel moet redden? Een ongezonde economie is in ieder geval een economie met veel verspilling, schulden en een samenleving die ver boven haar stand leeft. Daarbij krijgt ‘economie’ te veel credits. Het gaat om wat we willen, om de manier waarop we onze samenleving inrichten, om onze sociaaleconomische orde, waar een economie onderdeel van is. Daarbij is economie afgeleid van het Griekse oikos en nomos: huishoudkunde. Economie is oorspronkelijk bedoeld om het huishoudboekje op orde te hebben. Inkomsten en uitgaven moeten in evenwicht zijn. En dat is dus al lang niet meer het geval met onze huidige economie.

In april 2020 leiden uitspraken van journalist en televisiepresentator Jort Kelder in een interview op Omrop Fryslân en het NPO televisieprogramma ‘Op 1’, tot veel ophef op de sociale media. Kelder tijdens het televisieprogramma: “…. ik sta even nu voor het belang van 1,7 miljoen ondernemers, zelfstandigen die in een heel diep duister gat staren, die economisch gezien binnenkort ook allemaal aan de intensive care liggen en dat is een belang wat ook meegewogen mag worden.” Het pleidooi van Kelder komt erop neer dat we ook naar de economische- en ondernemersbelangen moeten kijken in de afweging tussen volksgezondheid en economie.

Nu ben ik zelf ook ondernemer en ik vind dat ook belangrijk, maar alleen onder de voorwaarde dat we ook kijken naar de vraag: welke economie willen we eigenlijk overeind houden? We kunnen niet generiek praten over dé economie of over hét ondernemerschap. We moeten het hebben over een economie en over bepaalde noodzakelijke ondernemersactiviteiten die we al dan niet in stand willen houden. En daar horen nagelstylisten, botoxfillers, hondenuitlaters en flitshandelaren misschien niet bij. Dat klinkt cru voor deze ondernemers, maar niet meer cru dan de rokende 80-plusser met obesitas indirect en min of meer verwijten dat ze de economie naar de bliksem helpen. Jort Kelder maakt zich zorgen over wat de economische schade van de coronacrisis zal zijn. “Je moet een keer los, en wanneer dan, in september, oktober, volgend jaar, als de hele economie naar de bliksem is?” Volgens Kelder beschermen de maatregelen vooral een kleine groep: “We zijn 80-plussers die te dik zijn en gerookt hebben aan het redden. Dat is statistisch dus wel wat er gaande is. Op een gegeven moment moet er gewoon een belangenafweging komen: hoeveel economische schade is ons het redden van mensen die waarschijnlijk daarna binnen twee jaar waren doodgegaan waard?” De vraag is waardoor mensen steeds ouder worden, zijn gaan roken en obesitas hebben gekregen? Is dat wat mensen willen of wat de economie nodig heeft? Daarnaast hebben we een economie die tot heel veel verspilling leidt. Niet alleen van energie en grondstoffen, maar ook van menselijk kapitaal. Het wordt tijd dat we dé economie niet als iets ongrijpbaars beschouwen, waar we als mens en maatschappij geen invloed op hebben, maar als één van de zes perspectieven (naast mens, ecologie, sociologie, politiek en techniek) van waaruit we onze sociaaleconomische orde kunnen inrichten.

Want moeten we een economie redden die grotendeels gebaseerd is op het maken en leveren van verspilling, luxe producten en diensten? In de jaren vijftig maakte econoom John Kenneth Galbraith een somber argument over moderne kapitalisme: reclame kan kunstmatige verlangens creëren. We worden wijsgemaakt dat we de nieuwste iPhone of gezichtscrème nodig hebben, zonder dat dit ons bewezen gelukkiger of gezonder maakt. Als gevolg hiervan kunnen economieën groeien zonder mens en samenleving daar beter van worden. Daarbij toont een eigen grove berekening aan, dat we ruim 2,3 miljard uur per jaar onnodig in kantoren zitten. Dat zijn 1,8 miljoen banen. Moeten we die redden?

Ten slotte moeten we ons bewust zijn dat we een economie hebben die mensen ook letterlijk ziek maakt. Kelder vraagt zich in het interview met Omrop Fryslân af, of je 80-plussers die te dik zijn en gerookt hebben wel moet willen redden in het belang van de economie. Maar waardoor gaan mensen roken of teveel eten? Zit dat in de aard van het beestje of komt dat door de economie die we als mens gevormd hebben? Waarom is er een reclame-industrie die mensen ertoe aanzet te gaan roken, ongezond te eten of spullen te kopen die we niet nodig hebben? Eén op de drie gekochte kleren wordt niet gedragen en voedselverspilling is enorm. Waarom zouden we bepaalde industrieën of ondernemers moeten steunen die mensen ziek maken, onnodige diensten leveren of kantoorwerk vragen wat pure verspilling is?

Hele industrieën ontstaan omdat mensen onnodig lang in kantoren zitten. We zitten zonder productief te zijn druk te doen in kantoren, waardoor we geen tijd hebben om zelf te koken, de honden uit te laten of onze nagels te doen. Daardoor ontstaan maaltijdbezorgers, hondenuitlaatservices en nagelstudio’s. Kelder geeft in het interview met Omrop Fryslân aan dat hij het erg vindt dat hij niet naar restaurants kan en zelf maar wat moet aanrommelen in de keuken. Dit straalt uit dat het dineren in een restaurant het nieuwe normaal is en zelf koken niet. Ik heb in principe niets tegen het consumeren van welvaart, maar wel als we die welvaart nog niet verdient hebben met productiviteitsgroei.

Is Jort Kelder dan een exponent van wat een groot deel van de bevolking geworden is: afhankelijk van een economie die we eigenlijk nog niet verdienen? We consumeren veel meer dan we mogen, gelet op onze productiviteitsgroei. We leven ver boven onze stand, waarbij we van alles uitbesteden, nog maar weinig zelf kunnen en het milieu belasten zonder daar de kosten van te nemen. Moeten we die economie redden? We zullen ons vaker de vraag moeten stellen: wat is groei, wanneer gaan we vooruit, wanneer hebben onze kinderen het beter en wat is dan beter?

Het is niet dé economie sufferd. Voordat we een economie kunnen inrichten, moeten we ons eerst afvragen in welke wereld we willen leven. We moeten ons afvragen wat noodzakelijke en luxe activiteiten zijn. Noodzakelijke en urgente activiteiten en functies kun je zien als de vitale beroepen. Daar horen waarschijnlijk geen tattooshops, fastfoodrestaurants, SUV-producenten en juwelierszaken bij. En waarom moeten we drie keer per jaar met het vliegtuig op vakantie kunnen? Ons klimaat kan de luxe die we onszelf denken te kunnen veroorloven helemaal niet aan. We hebben vooral te maken met een economische obesitas. We leven al lang ver boven onze stand. Een economie is neutraal van karakter. De vraag is of obesitas van de mens erger is dan obesitas van onze economie.

Onze economie kun je zien als een 80-plusser die te dik is (meer consumeert dan we recht op hebben), en rookt (milieuverontreiniging). Jort Kelder vreest voor een economische crisis, een bankencrisis en daarna schuldencrisis. Wat stelt hij dan voor dan: ook redundante, verspillende en slecht ondernemerschap belonen met coronasteun en bijgedrukt geld? Een economie die gebaseerd is op onnodige groei, financialisering en schulden is dan het nieuwe normaal geworden. Mijn ouders kochten een huis als ze voldoende gespaard hadden. Nu nemen we een tweede hypotheek om de boot te betalen. We hebben onze welvaart vooral gecreëerd met geleend en bijgedrukt geld en niet met buffers en productiviteitsgroei. En nu het even tegenzit komen bedrijven en ondernemers in de problemen. Ze hebben nauwelijks financiële buffers opgebouwd, of kunnen opbouwen, waardoor ze met een beetje tegenwind in de problemen komen. We hebben elkaar zo opgejaagd en zijn met geleend geld allerlei ondernemingen gestart, dat velen de huidige crisis niet zullen overleven. Natuurlijk zullen we veel ondernemers met belastinggeld redden, dat hebben we ook met banken gedaan na de crisis van 2008. Maar doen we dat nog een derde keer of kiezen we nu voor: voorkomen is beter dan genezen?

Auteur: Paul Bessems
Publicatiedatum: 08-06-2021
Extract van boek: ‘Duurzame Welvaart Organiseren’
Voor alle longreads, zie: Weconomics website