(1) Duurzame Welvaart Organiseren

The future belongs to those who believe in the beauty of their dreams
(
Eleanor Roosevelt)

In maart 2019 vat ik weer eens het plan op om een boek te schrijven. Ik lees, train en coach veel en begeleid organisaties en startups bij hun digitale transformatie. En dan bedoel ik niet digitaliseren, zoals het scannen van bonnetjes, dat is alleen maar een verandering van medium. Ik bedoel ook niet digitalisatie, dat is het aanpassen van verdienmodellen van bedrijven als gevolg van digitalisering. Ik bedoel échte digitale transformatie. Ik bedoel een transitie die uiteindelijk tot een situatie leidt waarbij er nauwelijks nog kantoren nodig zijn voor administratieve processen en de productie van informatie. Je kunt dit vergelijken met de ontwikkelingen binnen de landbouw en de fabriek: door de inzet van technologie verbetert de productiviteit en zijn er steeds minder mensen nodig. Je komt dan al snel op het idee van de digitale lopende band, waarbij je van het volgende mag uitgaan: wat de fysieke lopende band heeft gedaan in fabrieken, zal de digitale lopende band doen in kantoren. De vraag is dan: wat gaan al die mensen dan doen die niet meer nodig zijn in kantoren? Alleen de vraag al stellen brengt je verder. Maar houd die vraag vast, je gaat vast zelf antwoorden vinden.

Zo gezegd zo gedaan: ruim een jaar geleden gestart met het schrijven van een boek over de digitale lopende band. De basis voor een digitale lopende band is blockchaintechnologie, die creëert rijke data die je met datalogistiek aan elkaar koppelt om een antwoord op een vraag te geven, een claim te verifiëren of bijvoorbeeld informatie te produceren. Met een digitale lopende band kun je in een paar seconden een hypotheekofferte of btw-aangifte produceren. Je legt als het ware data op een lopende band en op het einde komt er een jaarverslag uit. En over blockchain had ik al veel geschreven dus appeltje-eitje dacht ik. Maar mijn werk, en daarbinnen de inzet van organisatiekunde en datatechnologie, moet altijd een maatschappelijke context en relevantie hebben, anders doe ik het niet. Mijn visie is dat een nieuwe ‘general purpose technology’ vooral gedijt als deze samengaat met een nieuwe ideologie.

Zo sprak Henry Ford in het begin niet over het concept van de lopende band, maar over massaproductie en consumptie. De fysieke lopende band bestond al lang voor Henry Ford, maar kon na 1913 gedijen omdat deze uitvinding ‘begeleid’ werd door een nieuw geloofssysteem: het geloof in toenemende welvaart voor een breed publiek. “Ik betaal jullie lonen niet”, zei Henry Ford, “dat doen de auto’s die jullie maken, ik ben maar een doorgeefluik”. Ergo: hoe meer auto’s gemaakt worden, hoe meer inkomen, hoe meer auto’s verkocht worden. De productieconsumptie-spiraal is geboren, een concept dat ons tot de dag van de vandaag veel welvaart brengt. De vraag is tegen welke prijs?

Op ‘de uitvinding’ van Henry Ford volgen de ‘roaring twenties’ van de vorige eeuw. De vraag is of we nu met de ‘uitvinding’ van de digitale lopende band ook de roerige jaren twintig van onze eeuw krijgen. Ik denk het wel. De bestaande sociaaleconomische orde zal mede door de financiële crisis van 2008 en de pandemie van 2020 verder en sneller veranderen en hierbinnen speelt de digitale lopende band, het zal niet direct bij je opkomen, een belangrijke rol. Naast digitale transformatie begeleid ik organisaties ook bij hun ‘purpose’, hun bijdrage in en de transitie naar een brede en duurzame welvaart. Mijn boodschap is steeds dat de waarde van onze welvaart wordt overschat en de kosten worden onderschat. Productie en consumptie zijn niet in evenwicht. We kopen welvaart door geld bij te drukken en de kosten voor de belasting van het milieu, en andere beheerskosten voor volgende generaties, worden niet meegenomen. Ik help organisaties relevant te blijven en niet redundant te worden.

Duurzame welvaart organiseren met behulp van moderne organisatiekunde en datatechnologie speelt daarin een belangrijke rol. Een onduurzame samenleving in het ‘hier en nu’ is ook een oneerlijke samenleving voor het ‘daar en later’. De belangrijkste transitie die we in de roerige jaren twintig van deze eeuw zullen doormaken, is de transitie van een systeem dat gericht is op steeds meer welvaart maken, naar een systeem dat gericht is op het verduurzamen van wat we hebben. Om dit te realiseren zullen we meer tijd vrij moeten maken voor sectoren en thema’s waar tekorten zijn, denk aan: zorg, onderwijs, veiligheid, democratisering, circulaire economie, duurzame energie en klimaat. De benodigde tijd hiervoor is te winnen, niet in de landbouw of in fabrieken, daar zijn we al heel productief, maar in kantoren. Door kantoorverslaving en digitale verspilling tegen te gaan hoeven we minder kantoorwerk te doen. Het surplus kunnen we besteden aan verbreding en verduurzaming van onze welvaart: aan ons welzijn en welbevinden. Met de Weconomics missie: ‘Work Less, Achieve More’, willen we binnen één generatie kantoorwerk halveren. Dat is dus niet méér, maar slimmer werken.

Het succes van onze menselijke prestaties wordt nu nog vooral afgemeten aan het bruto binnenlands product, en vooral aan de groei daarvan. Wat als we het succes van ons werk, onze economie en onze samenleving niet meer afmeten aan BBP-groei, maar aan ons geluk, ons welzijn, ons welbevinden en de mate waarin we in staat zijn om de uitdagingen die onze manier van leven of zelfs ons voortbestaan bedreigen, op te pakken en problemen op te lossen voor ze er zijn? Dat is misschien wel een ingewikkeld meetinstrument, maar de moeite waard om te onderzoeken.

Kern van ‘mijn bijdrage’ aan het verbreden en verduurzamen van onze welvaart is dus vooral de combinatie van moderne organisatiekunde en datatechnologie, als onderdeel van de digitale transformatie. Meer specifiek wil ik digitale ecosystemen opzetten en de digitale lopende band inzetten om de productiviteit in kantoren te verbeteren waardoor surplus(tijd) ontstaat die we kunnen inzetten voor verduurzaming. De zorg is bijvoorbeeld niet gebaat bij alleen maar meer geld, maar vooral met meer tijd, waardering en aandacht. Dus mocht je je afvragen waarom ik twee dikke boeken en ruim duizend pagina’s nodig heb om context en concept van de digitale lopende band duidelijk te maken, hier een aantal redenen, de digitale lopende band is:

  • geen software die je kunt kopen en inpluggen
  • geen technische, maar een organisatorische verbetering van bestaande oplossingen
  • op zijn best als deze samengaat met een nieuwe ideologie
  • in staat maatschappelijke problemen te helpen oplossen
  • een fundament van een nieuwe sociaaleconomische orde
  • geen ‘MBA-in-1dag cursus’, maar gaat uit van principes, perspectieven en patronen
  • een samenkomen van analyses, theorie en praktijk
  • onderdeel van het Community Model Canvas, niet van een Business Model Canvas

Maar goed, het schrijven van een boek over de digitale lopende band en haar context ging voortvarend, totdat begin 2020 de coronacrisis uitbreekt en mensen aan mij gaan vragen om, zoals dat zo mooi heet: één en ander te duiden in het licht van de transitie waar we inzitten. Wat zal corona doen? Wat betekent dit voor het klimaat, ons zorgstelsel en de economie? Zal het de transitie naar een brede en duurzame welvaart versnellen of vertragen? Wat betekent corona voor het anders organiseren van leren en werken? Hoe bouwen met het Weconomics gedachtegoed een corona-app en een kennisinfrastructuur om sneller een vaccin te ontwikkelen of een intelligente lockdown strategie te bepalen? Wat betekent dit voor onze mobiliteit en globalisatie? Wat vind je van de lijst met vitale beroepen en wat betekent dit voor ander beroepen? Welk werk gaan we straks doen en hoe organiseren we dat? Hoe kunnen we het zorgstelsel vervangen, wat vind je van de aantasting van onze grondrechten tot de vraag of dit de definitieve doodsteek is van het kapitalisme?

Allerlei vragen waarbij ik bij het beantwoorden ervan min of meer steeds vanuit één perspectief kijk: wat betekent dit voor de transitie naar een nieuwe sociaaleconomische orde. Nu ben ik iemand die het beantwoorden van vragen niet uit te weg gaat, maar graag wel efficiënt aanpak. Ook ben ik niet zo geïnteresseerd in de antwoorden voor morgen, meer in de vragen van het komende decennium. Door patronen te volgen, vanuit verschillende perspectieven te kijken en organisatieprincipes toe te passen, ben ik vooral geïnteresseerd in het fundamenteel verbeteren van bestaande oplossingen voor de lange termijn. Maar die lange termijn begint voor iedereen vandaag. Als je nu niet voorsorteert op de uitvoering van een visie voor over tien jaar, ben je binnen die termijn niet meer relevant. World Economic Forum founder Klaus Schwab hierover:

The question is not am I going to be disrupted but when is disruption coming, what form will it take and how will it affect me and my organization.”

De beste digitale strategie is je bestaande (analoge) organisatie obsolete te maken. Dat klinkt cru, maar als jij het niet doet, doet iemand anders het wel. De meeste organisaties die ik ken, gaan niet verliezen van hun concurrenten, maar van zichzelf. Dat komt door hun halsstarrige opstelling en geloof dat de huidige manier van werken de beste is. Eén van de belangrijkste uitdagingen bij innovaties is mensen ervan overtuigen dat de manier waarop ze nu hun werk doen, misschien niet de beste manier is. ‘Adapt or die’, is meer dan ooit van toepassing in de ‘roaring twenties’ van de eenentwintigste eeuw. Je purpose zal bij moeten dragen aan verduurzaming, digitale transformatie is daarbij een middel en geen doel op zich. Mijn stelling is dat er geen menselijke problemen zijn die we niet kunnen oplossen, zolang we maar de juiste vragen durven te stellen.

De toekomst is duurzaam, digitaal en decentraal. De vraag is welke bijdrage jij daaraan gaat leveren?

Auteur: Paul Bessems
Publicatiedatum: 20-10-2020
Extract van boek: ‘Duurzame Welvaart Organiseren’
Voor alle longreads en podcasts, zie: Weconomics website