Paul Bessems, 1-3-2018
Er is goed nieuws: het lijkt erop dat er nu daadwerkelijk iets gaat gebeuren in de manier waarop we vertrouwen, werk, economie en daarmee onze maatschappij organiseren en hoe organisatietechnologie daarin kan helpen. We zien de sociaaleconomische orde kantelen van centraal naar decentraal, ook al is dat nog niet voor iedereen goed zichtbaar.
De kans dat het dubbeltje deze keer wel de goede kant op valt is groter dan bijvoorbeeld bij voorgaande disruptieve organisatietechnologieën zoals Electronic Data Interchange in de jaren tachtig, internet in de jaren negentig en cloud aan het begin van deze eeuw. Ik ben voorstander om samen met een nieuwe technologie ook de manier van organiseren te veranderen. Ook moet er een probleem zijn dat opgelost moet worden: technologie moet nodig zijn. Innovatie is geen doel op zich. Het oplossen van een probleem is primair, dan het organisatiemodel en daarna pas de technologie.
In de jaren negentig had internet niet echt een probleem op te lossen. Op enkele sectoren na (denk aan de retail-, muziek- en filmindustrie) heeft internet weinig fundamenteel veranderd in de manier waarop we vraag en aanbod organiseren. De brief is vervangen door email en de brochure door de website, maar dat is vooral een ‘change of medium’. Nu, met de opkomst van een nieuwe een disruptieve technologie zoals blockchain hebben, we wél een aantal problemen op te lossen. Denk aan fakework, afbrokkelende welvaart door te lage productiviteitsgroei, privacy, macht van grote techbedrijven en fakenews.
Perspectief
Ik gaf net aan dat het erop lijkt dat het dubbeltje nu wel de goede kant opvalt, maar zeker is dat nog niet. Ook nu, binnen ‘de digitale transformatie’ zijn organisaties, net als bij de ontwikkeling van internet, geneigd vanuit hun eigen organisatie, context, sector en functie te denken.
Bedrijven hebben de neiging om zichzelf te zien tussen inkoop en verkoop. Zelf zijn ze dan het centrum en de rest draait eromheen. Dit dachten we ook van de aarde, tot Copernicus het inzicht ontwikkelde dat de aarde niet het centrum van het universum is. Mensen kunnen het eerst niet geloven (Nicolaus Copernicus hierover:
‘Those things which I am saying now may be obscure, yet they will be made clearer in their proper place’.
Maar vele tientallen jaren later bewijst Galileo Galilei in de praktijk dat Copernicus gelijk had.
Ook nu kunnen bedrijven moeilijk bevatten wat de impact van bijvoorbeeld blockchain zal zijn. Dit komt niet zozeer omdat ze de techniek misschien niet zouden kunnen doorgronden, dit komt vooral omdat ze zich weinig anders kunnen voorstellen dan ‘het bedrijf’ als default en vaak als superieure vorm, om werk te organiseren.
Wil je als organisatie digitale transformatie goed toepassen, dan is het belangrijk om je eigen wereldbeeld los te laten en eerst zelf een netwerkorganisatie te worden en aan te sluiten op andere netwerken. Die transformatie vindt stap voor stap plaats, vergelijkbaar met de ontwikkeling van bijvoorbeeld de lopende band of het internet. Ik richt me in dit artikel dan ook vooral op de organisatorische inbedding van organisatie technologieën zoals internet en blockchain.
Digitale Transformatie
Leiders in onderwijs-, zorg-, overheidsorganisaties, consultants en managers krijgen in de toekomst steeds vaker te maken met de vraag: ‘Hoe kan mijn organisatie het beste beginnen met blockchain?’ In de jaren negentig kregen ze de vraag: ‘Moeten we wel of niet op het internet?’ Nu komt de vraag: ‘Moeten we wel of niet op een blockchain? Het vraagt moed en leiderschap om bij het beantwoorden van deze vraag ook in te zien dat je bestaande functie en organisatie wel eens zouden kunnen verdwijnen. Of een bepaalde technologie zal doorbreken zal dan ook niet zozeer afhangen van de techniek als wel van het vermogen om niet relevante functies en middelen los te laten.
Zoals voor velen duidelijk zal zijn ondergaan we een digitale transformatie waarbij de reële fysieke en digitale wereld steeds meer in elkaar groeien tot een enkele moderne geïntegreerde manier van leven en werken. Steeds meer bedrijven zullen databedrijven worden. Hierbij spelen niet alleen data-organiseren, data-economie en datalogistiek een belangrijke rol, maar ook en vooral digitaal leiderschap. En een digitale leider is niet iemand die alles van technologie weet, maar vooral iemand die technologie kan verhouden tot mensen en onze problemen die we met technologie kunnen oplossen (en voorkomen).
Meer problemen?
Het tempo van de digitale transformatie door technologie zal blijven versnellen en dat geldt ook voor de problemen die ontstaan bij het toepassen van nieuwe technologieën in oude organisatiemodellen zonder het gedrag te veranderen. We schieten dus niet veel op met digitale transformatie als we niet weten welk probleem we willen oplossen en de manier waarop we vraag en aanbod van data organiseren mee veranderen.
Dat geldt voor organisaties in de zorg, het onderwijs, veiligheid, het bedrijfsleven en bij de overheid. Maar de meeste digitale strategieën bij deze organisaties weerspiegelen niet hoe een digitale transformatie onze sociaaleconomische orde zal veranderen. Er worden vooral analoge processen gedigitaliseerd. De superieure vorm om vertrouwen, werk en economie te organiseren blijven ‘het bedrijf’ en ‘de overheid’ en daarmee ‘de traditionele markt’. Er is voldoende literatuur (bijvoorbeeld Gary Hamel en Michele Zanini in Harvard Business Review: ‘More of Us Are Working in Big Bureaucratic Organizations than Ever Before’ 2016) die aantoont dat nieuwe technologie in een oude manier van organiseren, averechts werkt.
Authentiek leiderschap
Digitale transformatie vraagt om nieuw en vooral authentiek leiderschap. Daarnaast hebben we nieuwe organisatiemodellen nodig zoals Weconomics. Een belangrijk voordeel van Weconomics is dat model industrie agnostisch is. Dit maakt de wereld veel minder complex. Om dit te realiseren zijn er in ieder geval twee voorwaarden nodig waaraan voldaan moet worden: bestaande contexten (industrieën, sectoren, organisaties en functies) loslaten én digitaal leiderschap.
We ontwikkelen van een industriële economie naar een data-economie. Deze digitale transitie heeft ook vergaande consequenties voor (lerend)leiderschap waarbij fysieke gebouwen en stromen relatief minder belangrijk worden in vergelijking met ‘datagebouwen’ en datastromen. Als we deze nieuwe context goed organiseren worden we productiever zodat we meer tijd en aandacht overhouden voor menselijke transacties, die we liever verbindingen noemen.
Blockchain Organiseren
Bij deze transitie en het ontwerpen, ontwikkelen en exploiteren van nieuwe organisaties spelen Weconomics, Blockchain Organiseren en authentiek digitaal leiderschap een belangrijke rol. Zoals bekend is Blockchain Organiseren een nieuw organisatieconcept en gaat over de inbedding van een disruptieve organisatietechnologie (blockchain) in een fundamenteel nieuw organisatiemodel (Weconomics).
In een snel digitaliserende en globaliserende wereld belooft blockchain vertrouwen, transacties en economie opnieuw en schaalbaar te organiseren. Het claimt de manier waarop we nu geld, contracten en administraties organiseren, grotendeels irrelevant te maken. De invloed van Blockchain Organiseren op ons werk (en vooral op de betekenis van werk en daarmee werkloosheid) zal enorm zijn. We kunnen gemakkelijk naar een 6-urige werkdag zodat we weer zelf onze kinderen kunnen opvoeden en dit niet hoeven uit te besteden aan het onderwijs. Zodat we weer onze ouders kunnen bijstaan als ze hulpbehoevend zijn of onze wijken veiliger kunnen maken en een kwaliteitskrant kunnen lezen als er verkiezingen zijn. Een kwalitatief goed democratie vereist dat we ons verdiepen voordat we kiezen. Maar wie heeft hier nog de tijd voor. We komen niet verder dan tien minuten te besteden aan de kieswijzer.
We kunnen concluderen dat we in een transitie zitten van fysieke naar een digitale maatschappij, of zoals ik het wel eens formuleer:
‘Our world is undergoing a global digital transformation where digital and the physical reality are blurring into a single integrated modern way of living. This new world not only needs new technology such as blockchain, but especially needs a new organization models to organize supply and demand of data’.
In deze transitie spelen gedeelde waardes, purpose, perspectief en principes een belangrijke rol. Deze vormen de basis voor het Weconomics organisatiemodel.
Weconomics industrie agnostisch
Ik krijg veel uitnodigingen voor lezingen en trainingen en steevast krijg ik de vraag of ik het verhaal wil aanpassen aan hun situatie, context of sector. Ik vertel dan meestal dat ik dat wel kan, maar het hoeft niet. Weconomics is industrie agnostisch, leiderschap binnen Weconomics organisaties echter niet, maar daar kom ik later op terug. Eerst iets over Weconomics en daarbinnen blockchain dat naar mijn mening onafhankelijk van bestaande contexten (sectoren, bedrijven etc.) ontworpen en grotendeels ontwikkeld kan worden.
Agnostisch, vanuit het perspectief van een organisatiemodel, verwijst naar een concept waar data wordt gegeneraliseerd op een manier dat het kan worden gebruikt tussen verschillende systemen. De term kan ook verwijzen naar IT-systemen of meer specifiek naar blockchaintechnologie, -werkwijzen, -processen en –organisaties. Naar mijn mening is Blockchain Organizing industrie agnostisch als je blockchainorganisaties ontwerpt met Weconomics organisatieprincipes.
Agnostisch betekent dat het in principe niet uitmaakt in welke (traditionele) branche je Blockchain Organiseren wilt toepassen. Blockchain gaat over het transporteren van een waarde van aanbod naar vraag met consensus over de vraag of het volgende heeft plaatsgevonden:
- Zijn verzender en ontvanger de personen die ze claimen te zijn?
- Heeft het transport tussen verzender en ontvanger veilig plaatsgevonden?
- Was de verzender de eigenaar van de waarde?
- Heeft de verzender de waarde niet meer dan één keer uitgegeven?
Zodra er consensus is over de ‘Ja’ van deze vragen, wordt de transactie verwerkt tot een blok en een blok naar een (bij voorkeur onveranderlijke) blockchain. Als we redeneren vanuit de aanname dat elke sector transacties heeft (digitaal transport van verzender naar ontvanger), maakt het niet uit wat de waarde is, maakt het niet uit wat in ‘de doos’ zit die vervoerd wordt.
Transport van een waarde van aanbod naar vraag kan worden gezien als het transporteren van een gesloten doos van A naar B. Je kunt de doos openen en een bitcoin, tien bitcoin of het eigendom van een huis zien. Dat maakt voor een blockchain niet uit. Blockchains zijn doof en blind. Een blockchain vervoert steeds een gesloten doos van A naar B. Geld, goederen en diensten, ze kunnen allemaal worden vertaald in bits en bytes en als een bericht worden ‘vervoerd’ van A naar B. Blockchain Organizing gaat dus over het transporteren van bytes en bytes en deze kunnen vertegenwoordigen allerlei soorten producten en diensten uit allerlei branches.
Eigen context
De meeste bedrijven of overheden waarmee ik samenwerk, vertrekken vanuit hun eigen context, hun eigen processen en eigen sector om blockchainorganisaties te ontwerpen en ontwikkelen. Dit is begrijpelijk, niet noodzakelijk, maar wel ‘gevaarlijk’. Gevaarlijk in de zin van dat de technologie een eigen leven gaat leiden binnen een oude analoge organisatie.
Daarmee lossen we onze maatschappelijk problemen niet op. Technologie alleen zal onvoldoende krachtig zijn om de problemen waar we voor staan aan te pakken. Ik noemde bijvoorbeeld de betekenis van werk (bullshit jobs), de macht van grote techbedrijven, opkomend populisme door een afbrokkelende welvaartstaat door te lage productiviteitsgroei, privacy en fakenews.
Als we, samen met een ontwrichtende technologie, niet ‘de manier van vraag en aanbod organiseren en onze sociaaleconomische orde veranderen, zal er onvoldoende gebeuren en zal de oude sociaaleconomische orde blijven bestaan en valt het dubbeltje weer de verkeerde kant op. Alleen het digitaliseren van analoge processen zal ons niet helpen om de trustparadox of productiviteit paradox waar ik veel over geschreven het helpen op te lossen.
Wanneer we Blockchain Organizing analyseren met een deductieve benadering, zou je kunnen zeggen dat:
- Verschillende industrieën verwerken transacties (belangrijke premisse)
- Alle transacties zijn in principe hetzelfde (ondergeschikte premisse)
- Alle industrieën zijn hetzelfde (conclusie vanuit transactieperspectief)
Een agnostische manier om transacties uit te voeren, betekent dat je transacties uitvoert via verschillende kanalen (contexten), maar met een gemeenschappelijke basisinfrastructuur. De aanbieder kan een eigen applicatie kiezen om een profiel aan te maken en te onderhouden en afnemer kan met een eigen applicatie werken om te selecteren, te bestellen en ‘te betalen’. Agnostisch betekent: maak je eigen content beschikbaar voor elke mogelijke distributiemethode. Het tegenovergestelde van agnostisch kan worden vergeleken met de situatie dat elk elektrisch apparaat in je huis of op kantoor een ander stopcontact en ander stroomvoorziening nodig heeft.
Wie maakt het vertrouwen?
Binnen digitale transformatie speelt softwareontwikkeling een belangrijke rol. We moeten deze rol niet onderschatten, maar ook niet overschatten. Ontwikkelaars zijn een schakel in het geheel. Voordat een programmeur aan de slag gaat moet eerst een IT-architect het werk doen, en daarvoor zit nog een organisatieontwerper. Je kunt de vraag stellen: ‘In hoeverre gelooft degene die de software ontwerpt en programmeert zelf in vertrouwen?’ De meeste blockchainsoftware is open-source, transparant en controleerbaar en wordt door vaak velen tientallen soms honderden programmeurs bekeken op achterdeurtje, bugs en andere onvolkomenheden. Het is dus moeilijk iets in te bouwen wat anderen niet kunnen controleren.
Ook kun je de vraag stellen in hoeverre blockchain ontwikkeltrajecten gevoelig zijn voor het mensbeeld van de makers? Ik denk dat zeker aan de ontwerpkant, de ontwerper gedreven wordt niet alleen door een bepaald mensbeeld, maar ook door een perspectief op de sociaaleconomische orde. Het is waarschijnlijk geen toeval dat het whitepaper van Satoshi Nakamoto, de bedenker van Bitcoin, enkele weken na de val van Lehman Brothers in 2008 werd geüpload. Een ontwerper ontwerpt vanuit bepaalde waarden, perspectieven, principes en doelen, allemaal onderdeel van de tien kernverbindingen van Weconomics (zie ook ons boek ‘Blockchain Organiseren: fundamenten voor een nieuwe sociaaleconomische orde’, paragraaf 2.3: Context voor vernieuwing’)
Tot slot
Een belangrijk inzicht uit de organisatietheorie komt van socioloog Tom Burns en psycholoog G.M. Stalker: ‘Mechanisch versus organisch’ organiseren. Volgens Burns en Stalker ligt de verbinding tussen mensen in mechanische organisaties vooral in de (beslis)structuur, hiërarchie en formele afspraken. Dit kan steeds beter georganiseerd worden met blockchain als coördinerend mechanisme en is industrie agnostisch. De verbinding tussen mensen in organische organisaties, ligt vooral in gemeenschappelijke waarden, perspectieven, principes, doelstellingen, governance en cultuur. Hiervoor hebben we specifiek leiderschap nodig. Leiders die weten ‘hoe de hazen lopen in een bepaalde context. Het is dus niet het een of het ander, maar afhankelijk van de situaties kies je het best passende coördinerend vermogen. Je geeft immers op een ander manier leiding aan een ziekenhuis dan aan een adviesbureau.
Robots gaan belastingen omdat ze dan duurder worden en mensen beter kunnen concurreren is een slecht idee. Waarom zou je robots uitvinden om ons werk te doen en vervolgens willen blijven werken. We moeten als mens niet gaan concurreren met taken waarin computers veel beter zijn zoals het voorbereiden, uitvoeren en vastleggen van transacties. Dit kan steeds meer en steeds vaker gebeuren met decentrale autonome organisaties. Mensen zijn empathisch en zijn beter in verbeeldingskracht, creativiteit, zorgtaken, opvoeding. Dit mensenwerk kan ook beter door mensen georganiseerd worden.
Tot slot, het belangrijkste in elke fundamentele transitie is volgens mij authentiek leiderschap waarbij het volgende inzicht kan helpen:
Fundamental change never comes with resignation, submission, the lack of wisdom or despair that the existing social economic order cannot be replaced