Komt na de Brexit: Europe by Design?

Paul Bessems 01-07-2016

Volgens de conclusie van het filosofisch kwintet (26-6-2016), heeft de Europese Unie, zeker na de Brexit, vooral te maken met een organisatievraagstuk. Dat doet mij als organisatiekundige natuurlijk deugd. Wat mij minder deugd doet is dat ik niet verwacht dat voor de oplossing van dit vraagstuk meer organisatiekundigen ingezet zullen worden. De kans is veel groter dat het probleem met hetzelfde denkkader wordt opgelost als waarmee het ontstaan is. Of is er misschien toch hoop na de zoveelste crisis?

Het organisatievraagstuk dat we moeten oplossen vraagt een brede en diepe analyse, kennis van de organisatietheorie en het kunnen toepassen van moderne organisatiemodellen en organisatietechnologieën. Niet alleen binnen Europa, maar ook binnen Nederland zijn er tal van organisatieproblemen die met het verkeerde perspectief en vaak door verkeerde experts worden opgelost. Actueel zijn bijvoorbeeld de problemen in de (thuis)zorg, het rendementsdenken in het onderwijs, onze (digitale) veiligheid, financiële crisis en nu de gevolgen van de Brexit.

We ervaren in Europa een aantal in potentie ontwrichtende organisatieproblemen: klimaatvluchtelingen, snel stijgende kosten van onze welvaart in combinatie met dalende productiviteit, privacy, ondemocratische macht van grote instellingen en techbedrijven, ongelijke verdeling van werk, inkomen en vermogen, het opraken van schaarse grondstoffen en de opwarming van de aarde. Dit zijn allemaal problemen die door mensen veroorzaakt zijn en ook weer door mensen opgelost kunnen worden. We hebben in het verleden al vaker ontwrichtende problemen opgelost. Denk aan armoede, apartheid en emancipatie. We zijn dus als mens tot veel toe in staat.

We kunnen bovenstaande problemen samenvatten tot welvaartsprobleem. We zijn de afgelopen tweehonderd jaar, mede dankzij ondernemers, juristen, politicologen en economen, in staat gebleken zes keer (!) zoveel welvaart te creëren. Het is nu zaak om dat wat we hebben, te verduurzamen. Daar hebben we een ander systeem en andere experts voor nodig. Maar we worden nog steeds ‘geregeerd’ door directeuren, bankiers, juristen en economen. Dat was prima ten tijde van de industriële revolutie en de wederopbouw. Maar we zitten nu in de overgang van een systeem dat gericht is op steeds meer welvaart ‘produceren’, naar een systeem dat gericht is op het verduurzamen van wat we hebben. Na de crisis van 2008, de vluchtelingencrisis en de Brexit hebben we behoefte aan ‘Europe by Design’.

>> Ga naar artikelpagina

Iedereen krijgt er mee te maken

Paul Bessems, 16-05-2016

Iedereen krijgt er mee te maken, weinig zijn er op voorbereid. De nieuwe Europese privacy wetgeving heeft zowel invloed op individuen als op organisaties, vooral op IT-organisaties. In uitzendingen van bijvoorbeeld Zembla en Nieuwsuur blijkt maar weer eens hoe naïef veel mensen omgaan met hun persoonsgegevens… totdat een aantal jaren later op onverklaarbare wijze bijvoorbeeld een verzekering of hypotheek wordt geweigerd. Dit lijkt op een herhaling van onze naïviteit met het aangaan van schulden voor de crisis van 2008:

Als het over het gebruik van persoonsgegevens gaat, is de naïviteit van veel mensen vergelijkbaar met het aangaan van schulden.’

Vaak reageren mensen in eerste instantie afwijzend als ik ze uitnodig mee te denken over de gevolgen van de nieuwe privacywetgeving. Het is vaak nog een ‘te ver van hun bed show’. Of ze geven het geen prioriteit, of denken, net als bij het aangaan van schulden, dat de overheid wel ‘een oogje in het zeil’ zal houden. Helaas, overheden maken zich zelf schuldig aan het niet zorgvuldig omgaan met persoonsgegevens. Ook treedt een fenomeen op dat ook wel het ‘code is law principe’ genoemd wordt. Volgens dit principe wordt ons gedrag niet alleen gevormd door wetten en instituties, maar ook door systemen. We vinden ‘gratis’ social media wel prettig, raken er gewend aan, maar kunnen straks niet meer zonder. De mens vormt het middel en daarna vormt het middel ons.

Het gaat mij misschien te ver om te spreken van een nieuw vorm van feodalisme met Silicon Valley als leenheer, maar als we niet ingrijpen en onze digitale samenleving vanaf het ontwerp fundamenteel anders gaan organiseren, gaat de macht wel naar een beperkt aantal techbedrijven en centrale overheidsdiensten. Het gaat volgens mij dan ook niet alleen over privacy, maar ook over macht. Net als bij het illegaal delen van muziek en films, is het met het huidige ontwerp moeilijk om het illegaal (en zelfs het legaal) delen van persoonsgegevens onder controle krijgen. En als dat niet lukt, zullen er websites ontstaan zoals Napster en BitTorrent, waar je zo een profiel van iemand kunt downloaden met alle persoonsgegevens die je nodig hebt, inclusief ziektebeeld, financiële situatie, politieke voorkeuren, religie en ideologie. Het mag niet, maar het kan wel. Dat is gewoon inherent aan de manier waarop we op dit moment onze digitale samenleving, het internet en het opslaan en verwerken van persoonsgegevens georganiseerd hebben.

‘Het oplossen van deze ‘bug’ zal veel meer kosten dan het oplossen  van de millennium bug.

Een gemiddelde Nederlander (inclusief kluizenaars) zit in 250 tot 500 verschillende databanken met praktisch dezelfde gegevens. Alleen de overheid heeft al 5.000 verschillende databanken met persoonsgegevens. Het probleem zit in het ontwerp. Het probleem zit in het gekozen organisatiemodel dat aanbod inzichtelijk maakt, vraag en aanbod bij elkaar brengt en coördineert. We hebben dus niet zozeer een privacy- of IT-probleem, als wel een organisatieontwerp uitdaging.

Ook organisaties zijn (nog) niet echt onder de indruk van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). In dit artikel gebruik ik vooral de afkorting van de Engelse term: General Data Protection Regulation (GDPR), zoals de nieuwe verordening (legal act) heet. Vaak hebben bestuurders er zelfs niet eens van gehoord. Maar bijvoorbeeld een niet tijdig gemeld datalek, kan je organisatie al snel tot 4% van de wereldwijde jaaromzet kosten! En de kans op datalekken neemt alleen maar toe met de complexiteit van systemen waar steeds nieuwe functies aan toegevoegd worden en neemt toe met de groeiende verbondenheid van systemen via het internet.

Het ziet ernaar uit de GDPR de belangrijkste leidraad gaat worden voor de bescherming van persoonsgegevens en daarmee het ontwerp van de meeste IT-systemen voor de komende decennia. Daarmee zal GDPR een grote invloed hebben, niet alleen op IT-bedrijven en IT-organisaties, maar op alle organisaties die persoonsgegevens vastleggen in bijvoorbeeld HRM-, CRM- of ERP systemen. Het lijkt me dus belangrijk iets meer te weten over de nieuwe privacywet. Je nu voorbereiden voorkomt hoge boetes en kosten voor aanpassing later (denk aan de millennium bug). Daarnaast biedt ook nieuwe kansen voor individuen en organisaties die het vanaf het ontwerp, wel goed regelen.

>> Ga naar volledig artikel

Wanneer gaat HR op de Blockchain?

Paul Bessems, 20-03-2016

Wanneer je ‘HR’ of ‘HRM’ in combinatie met ‘Blockchain’ Googelt krijg je weinig tot geen zinvolle resultaten. Dit terwijl de Blockchain naar verwachting een vergelijkbare verandering in ons leven zal brengen als het Internet. Na de mainframe, de PC, het Internet en mobile zien we al de volgende disruptieve innovatie: de Blockchain. De vraag is dan: ‘Wanneer gaat HR op de Blockchain?’ Grote ICT bedrijven, banken en verzekeringsmaatschappijen investeren al miljarden in blockchain technologie en ook bijvoorbeeld het juridisch domein is steeds actiever. Wanneer volgt HR, vraag ik me dan af? Voordat ik hier een antwoord op probeer te geven, ga ik eerst in op de vraag wat de Blockchain, en breder blockchain organiseren, eigenlijk is en waarom zeker ook de HR-professional er aandacht aan zou moeten geven.

Want stel je eens voor dat er een organisatieverandering bezig is die zo krachtig is dat deze niet alleen bestaande functies overbodig zal maken, maar zelfs de potentie heeft om de default organisatievorm van nu (‘het bedrijf’), overbodig te maken! Stel je eens voor dat je je hiervan afsluit omdat het te moeilijk, te technisch of ‘te ver van je bed show’ lijkt. Waar sta je dan over tien jaar wanneer de Blockchain inderdaad dezelfde ontwikkeling doormaakt als het Internet? Als je organisatie te laat op de Blockchain gaat zal het bijvoorbeeld moeilijker worden om nog de beste talenten te vinden en te binden, omdat deze wel steeds vaker op de Blockchain zitten. Het is dus slim om je te verdiepen in blockchain organiseren zodat je een voorsprong kunt nemen. Blockchain organiseren is niet technisch of moeilijk. Het is een concept dat zeker door HR-professionals begrepen en toegepast kan worden. Je moet het alleen willen. Voorwaarde is wel dat je oude vanzelfsprekendheden durft los te laten en open staat voor een nieuw perspectief zodat je toegevoegde waarde kunt blijven leveren in de wereld van nieuw organiseren.

>> Ga naar het volledige artikel

Help, ik ben een fundamentalist

Paul Bessems 5-12-2015

Dit is een artikel over het belang van organisatiologen en fundamentele vragen die niet gesteld worden, maar wel gesteld hadden moeten worden. Ik geef een voorbeeld van Jeroen Pauw uit het programma Pauw op 3 december over de problemen in de thuiszorg. Voordat ik verder ga, zal ik je eerst even gerust stellen. Ik bedoel fundamentalist niet in de betekenis zoals deze nu vaak gebruikt wordt in relatie tot bijvoorbeeld radicale religieuze mensen. Met fundamentalisme bedoel ik terug gaan naar de bron, in mijn geval terug gaan naar de fundamenten van organiseren. Organiseren is gericht op het oplossen van problemen. De meeste problemen die we ervaren zijn organisatieproblemen en veroorzaakt door mensen (laten we ze organisatieproblemen noemen). Het ‘mooie’ van organisatieproblemen is dat ze ook weer op te lossen zijn door mensen, door te organiseren. Op televisie zie je dagelijks pogingen om organisatieproblemen te analyseren en op te lossen. Veel actualiteitenrubrieken, talkshows en documentaire achtige programma’s als Tegenlicht, de Monitor en Zembla gaan over het oplossen van organisatieproblemen, maar vaak vergeten journalisten en programmamakers fundamentele vragen te stellen om door te dringen tot de kern. Actueel zijn bijvoorbeeld de problemen in de (thuis)zorg, het rendementsdenken in het onderwijs, onze (digitale) veiligheid, financiële crisis en de Europese eenwording. Grofweg ervaren we vijf, in potentie ontwrichtende organisatieproblemen: snel stijgende kosten van onze welvaart, klimaatvluchtelingen, ongelijke verdeling van werk, inkomen en vermogen, het opraken van schaarse grondstoffen en de opwarming van de aarde. Dit zijn organisatieproblemen en samen te vatten tot welvaartsprobleem. Maar ondanks het feit dat we het steeds over organisatieproblemen hebben, zien we geen organisatiekundigen op televisie. Hoe zou dat komen? Misschien komt het doordat we nog geen goed Nederlands woord hebben voor deze mensen. Ik noem een organisatiekundige dan maar een organisatioloog. Dus de vraag is: waarom zien we zo weinig organisatiologen terwijl we zoveel organisatieproblemen hebben? En wat zijn dat eigenlijk, organisatieologen? Is dat wel een vak of een beroep? Is er een opleiding voor en hoe ziet het curriculum er uit? Welke vragen zou een organisatioloog stellen? De vraag die ik in dit artikel wil stellen en beantwoorden is: waarom zien we zo weinig organisatiologen op televisie terwijl we zoveel organisatieproblemen ervaren?

>> Ga naar artikel

Open brief aan dhr. Bert Pauli, gedeputeerde provincie Noord-Brabant

Eindhoven, 11-6-2015

Provincie Noord-Brabant
T.a.v. de heer Bert Pauli
Gedeputeerde provincie Noord-Brabant
Portefeuille Economie en Internationalisering
Brabantlaan 1
5216 TV ‘s-Hertogenbosch

Betreft: open brief aan dhr. Bert Pauli, gedeputeerde provincie Noord-Brabant

Geachte heer Pauli,

Ik had het genoegen 5 juni een lezing van u te mogen bijwonen in het Academisch Genootschap te Eindhoven (georganiseerd door ONL).

U gaf aan dat het goed gaat met de provincie Noord-Brabant, maar dat er aan de ene kant ruim 90.000 werkelozen zijn en er aan de andere kant ruim 160.000 niet Nederlanders werkzaam zijn in de provincie (ik kan mij vergissen in de cijfers, maar er waren in ieder geval meer ‘externe’ Brabanders werkzaam in de provincie dan er werkeloze Brabanders zijn). Een betere scholing en afstemming tussen onderwijs en bedrijfsleven zou dit probleem kunnen aanpakken. Daar ben ik het mee eens. Maar de vraag is waar leiden scholing en arbeid toe wanneer we producten maken die we niet nodig hebben? Waarom is het beleid nog steeds gericht op steeds meer (voortdurende economische groei), terwijl we weten dat dit niet kan en ook niet nodig is als we alles beter delen.

Ik stelde u de vraag of het wel beleid is (van de overheid, in dit geval de provincie Noord-Brabant), om aan de ene kant te kiezen voor innovatie (meestal beleid van economische zaken) en aan de andere kant volledige werkgelegenheid na te streven (meestal beleid van sociale zaken). Mijn vraag was: waarom innoveren we eigenlijk machines en computers om ons werk over te nemen, om vervolgens te willen blijven werken? Gaat dit niet leiden tot het creëren van ‘onzin banen’?

>> Lees hier de hele brief