(19) Het wordt nooit meer hetzelfde

My worry is not that we are losing the ability to make up our own minds,
but that it’s becoming too easy to do so
(David Dunning)

Vijfenzeventig jaar vrede en veiligheid in Europa, al een eeuw lang geen pandemie, voortdurende economische groei, in elke kamer een flatscreen, meerdere auto’s voor de deur en stijging van aandelenkoersen, huizenprijzen en het aantal vliegvakanties. Het idee dat we onoverwinnelijk zijn zie (zag) je overal. We denken ons de luxe te kunnen veroorloven om de aarde leeg te roven, niet altijd voor ons zelf, maar vooral om een systeem dat voortdurende economische groei nodig heeft, een ideologie in stand te houden. We zijn de mens gaan zien als een heroïsch wezen met zijn eigen geluk als hoogste doel, zijn prestaties als nobelste activiteit en zijn rede als belangrijkste eigenschap. Sinds de Verlichting, sinds het liberalisme denken we dat we als mens los staan van de natuur, verleden en toekomst. De homo economicus, rationeel handelende mens en ‘eigen geluk boven alles stellen’, zijn we gaan zien als belangrijkste drijfveer voor onze economie en welvaart.

Het ‘loslaten’ van religies en het niet meer geloven in het hiernamaals heeft grote invloed op het wereldbeeld en de hebzucht van mensen. We hebben staten en bedrijven meer recht gegeven dan de mens die hen geschapen heeft. We zijn bedrijven en overheden als  vertrekpunt, middelpunt en doel gaan zien. Niet langer wat we als mens willen staat voorop, maar wat we kunnen (technologie) en moeten (voortdurende economische groei). Een eeuw lang toenemende democratisering, economische groei, opbouw van de welvaartsstaat, onderwijs en zorg voor iedereen, liberalisering, groeiende welvaart, een infrastructuur voor mobiliteit, schoon water en meer sociale rechtvaardigheid. En dan komt er zo’n sullig DNA-strengetje voorbij die dit overhoop haalt. En het is natuurlijk niet alleen de coronacrisis die hiervoor zorgt, het is een opeenstapeling van ontwikkelingen en patronen die onze ogen moet open voor een andere inrichting van onze samenleving. We moeten nadenken over wat er na het huidige Westerse kapitalisme komt. Corona legt alleen bloot wat er onder water al lange tijd aan het opborrelen was. Paradoxaal genoeg zorgt liberalisme niet meer voor meer vrijheid, kapitalisme niet meer voor meer welvaart en rationalisme niet meer voor het maken van de beste keuzes voor mens & maatschappij. Als dat het geval is, wordt het tijd voor een ander wereldbeeld en een andere sociaaleconomische orde.

We zien dat sectoren als zorg, onderwijs en veiligheid, waar decennia lang op bezuinigd is, crucialer blijken dan we ze financieel en politiek waarderen. De gevolgen van de ‘race to the bottom’ (privatisering, de vrijemarkt, productie uitbesteden aan de goedkoopste aanbieder), komen nu aan de oppervlakte. Tekorten aan medicijnen en beschermingsmaterialen zijn moeilijk op te vangen als je ze niet meer zelf kunt produceren. Globalisatie ligt onder vuur omdat we ons realiseren dat we sommige producten toch beter zelf kunnen maken en mobiliteit de kans op een pandemie enorm vergroot.

“Nothing in life is to be feared, it is only to be understood. Now is the time to understand more, so that we may fear less” (Maria Curie)

Het niet kunnen omgaan met angsten en onzekerheden komt met de coronacrisis naar boven. We missen een gezamenlijke kennisinfrastructuur om onderzoeksresultaten te delen zodat we betere keuzes kunnen maken. De meeste systemen voor informatievoorziening zijn ontworpen met het bedrijf of de staat en niet de mens en de wereld als eenheid van analyse en ontwerp. De keuzes die de komende jaren gemaakt worden, tussen met name economie en volksgezondheid, vrijheid en solidariteit, kunnen nog vele jaren, en misschien zelfs generaties, gevolgen hebben. Keuzes die waarschijnlijk niet alleen ons zorgstelsel fundamenteel zullen veranderen, maar ook onze economie, samenleving en wellicht onze sociaaleconomische orde. De keerzijde van de coronacrisis, is dat we ons meer bewust zijn van een aantal basale zaken zoals gezondheidszorg, onderwijs, voedsel, veiligheid, werk en vrijheid. De coronacrisis dwingt ons na te denken over de wereld waarin we willen leven en hoe we die willen vormgeven en realiseren. Thema’s als solidariteit, gemeenschapszin, purpose, duurzaamheid en zorg krijgen weer de aandacht die ze verdienen. Wijsheid, rechtvaardigheid, gematigdheid, moed, geloof, hoop en liefde worden door deze crisis wellicht weer belangrijker dan hoogmoed, hebzucht, wellust, afgunst, gulzigheid, woede en gemakzucht.

Organisaties zien strategieën verdampen. De uitspraak ‘het wordt nooit meer hetzelfde’, is een dooddoener, maar door deze crisis niet minder waar. De zich nog steeds ontwikkelende coronapandemie is complex, onvoorspelbaar en een menselijke crisis van historische omvang. Het is een soort stresstest in het kwadraat voor zorgstelsels, veiligheidsregio’s, fiscale- en steunmaatregelen van overheden, samenwerken in de politiek, verslaglegging door media en het vermogen van veel organisaties om het hoofd te bieden aan de veranderingen die corona teweeg heeft gebracht en wat de beste reactie daarop is.

Het niveau van volatiliteit, onzekerheid, complexiteit en ambiguïteit is voor de meeste leiders ongekend. De meeste scenario’s, richtlijnen, wetten, planningssystemen, risk- and compliance systemen, strategieën zijn hier niet op voorbereid. Het probleemoplossend vermogen van de meeste mensen schiet tekort omdat ze aan de oppervlakte denken en niet in patronen, principes en vanuit verschillende perspectieven denken. Ze denken vanuit zichzelf en niet vanuit het ecosysteem, ze denken op korte- en niet op lange termijn. Veel bestuurders en managers stellen dezelfde vragen: wat betekent dit voor mijn omzet, hoe moet ik budgetten aanpassen, wanneer is dit voorbij en hoe zal de zakenwereld er na corona uitzien? Maar dat zijn de verkeerde vragen. Veel organisaties zijn grote oude eikenbomen die in het bos bepalen of er nog meer bomen bij kunnen groeien, maar bij harde wind met wortel en al omvallen. Liever hadden ze nu een twijgje willen zijn dat met de wind mee kan waaien.

Sinds WOII is het niet meer voorgekomen dat onze vrijheid, in deze mate onvrijwillig is ingeperkt. Veranderingen gaan met snelheden die nooit eerder zijn vertoond. Of sommige maatregelen blijvend zijn is, de vraag. Opeens kunnen we wel thuis online vergaderen, leren en werken. Niet alleen zijn er begin 2020 bijna geen files meer, maar zijn ook de meeste treinen en kantoren leeg. De vraag die dit oproept is: waarom we nog kantoren nodig hebben? Gaan we straks weer massaal in de file staan en zitten we een groot deel van onze kostbare tijd onnodig in kantoren? Mensen die ik spreek geven aan dat de lessen die ze nu leren, input is voor een meer fundamentele en duurzame verandering. Maar gaan ze dit in de werkelijkheid ook uitvoeren? Ik ben sceptisch en blijf kritisch. Een deel zal terugvallen in oud gedrag, een deel zal zich aanpassen aan de veranderende omstandigheden. Voor ons voortbestaan is het belangrijk dat deze laatste groep groter wordt.

Maar misschien is het deze keer wel anders. Anders dan bijvoorbeeld de recessie in de jaren tachtig of de financiële crisis van 2008. Misschien is onze gezondheid toch belangrijker dan onze afhankelijkheid van geleend geld en onze keuzevrijheid om steeds maar weer nieuwe producten en diensten te kunnen kopen? Als we wel klagen over stijgende zorgpremies, maar niet over de snelheid waarmee nieuwe smartphones of televisies de markt op komen, hebben we nog wat om over na te denken. Het niet (willen) verduurzamen en fundamenteel veranderen heeft vooral met awareness, ‘poor thinking’ en korte termijn denken te maken.

Cathedral architects and builders are fully aware that they will not see the end of their project. But that doesn’t mean that their work isn’t important.

Hopelijk zijn organisaties zich nu wel bewust van de gevaren die hun zorgvuldig opgebouwde klantenkring, productportfolio en strategie omver kunnen gooien. Voor de coronacrisis zaten veel bedrijven op een soort ‘stagnating plateau’. Er werd wel veel veranderd, de markt voor verandermanagement was booming, maar de productiviteit nam nauwelijks toe. Als organisatie doe je het goed of slecht, ten opzichte van je concurrent. Het ligt er maar aan hoe je het bekijkt. Als jij het slecht doet en de concurrent ook is er niets aan de hand. In het jaarlijkse Berenschot Trendonderzoek (2020) is de top vijf van onderwerpen die de bestuursagenda domineert nauwelijks veranderd: Digitalisering (1), Innovatie/disruptie (2), Arbeidsmarkt (3), Groei (4) en Reputatie/imago (5). Op plaats 6 staat Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen/duurzaamheid. De vraag is hoe dit laatste thema zich verhoudt tot thema 4?

Het nastreven van voortdurende economische groei, zeg maar de zuurstof van onze vrijemarkteconomie, zorgt onder andere voor toenemende globalisatie en mobiliteit: de belangrijkste veroorzakers van de verspreiders van een virus. Een virus kan overspringen van dieren naar mensen. Die kans neemt toe door verstedelijking, ontbossing en het delven van grondstoffen. Dat het zich zo snel verspreid komt door de manier waarop we onze sociaaleconomische orde hebben ingericht, op basis van de ideeën die we omarmen en doelen die we nastreven. Als we de goedkoopste prijs willen zal het milieu en onze gezondheid daar onder leiden. Multinationals produceren in het goedkoopste land, gebruiken arbeiders die ze het minste hoeven te betalen, verkopen de spullen daar waar ze de hoogste prijs kunnen krijgen en betalen belasting in het land met de laagste tarieven. Dat zijn gevolgen van het Westerse DNA dat vooral de afgelopen honderd jaar is opgebouwd. De vraag is hoe snel en in hoeverre we dit DNA kunnen aanpassen aan de veranderende omstandigheden?

Auteur: Paul Bessems
Publicatiedatum: 28-02-2021
Extract van boek: ‘Duurzame Welvaart Organiseren’
Voor alle longreads en podcasts, zie: Weconomics website